Stephen Hawking lijdt aan amyotrofische laterale sclerose, beter bekend als de ziekte van Lou Gehrig of ALS. Hoewel hij zijn diagnose op 21-jarige leeftijd kreeg, nam de ernst van zijn symptomen in de loop van tientallen jaren geleidelijk toe. Voordat hij door zijn ziekte het grootste deel van zijn onderlichaamsfuncties verloor, kon hij drie kinderen voortbrengen.
Amyotrofische laterale sclerose is een neurodegeneratieve ziekte die ervoor zorgt dat zenuwcellen in zowel de hersenen als het ruggenmerg geleidelijk afsterven, waardoor het vermogen van de hersenen om de beweging van de spieren te controleren wordt belemmerd. Maar net als bij Stephen Hawking kan de progressie van de dood van de zenuwcellen behoorlijk langzaam zijn. Verlamming treedt doorgaans alleen op in de latere stadia van ALS.
Hoewel hij moeite had met lopen en grote onduidelijkheden in zijn spraak ervoer, trouwde Hawking in 1965 en kreeg zijn eerste zoon in 1967. In de daaropvolgende jaren begon zijn fysieke functie nog meer achteruit te gaan tot het punt waarop hij afhankelijk was van krukken en niet langer kon schrijven. Zijn tweede kind, een dochter, werd rond deze tijd in 1970 geboren. Bijna tien jaar later, in de loop waarvan Hawking's spraak en motorische functie langzaam bleven verslechteren, werd Hawking's derde en laatste kind in 1979 nog een zoon geboren.
Vanaf vandaag heeft zijn toestand een bijna volledige verlamming en enige ademhalingsmoeilijkheden veroorzaakt, wat consistent is met de late stadia van ALS.
