Romeinse cijfers worden op een standaardtoetsenbord getypt door de Shift-toets ingedrukt te houden terwijl u de overeenkomstige kleine letterversie van een Romeins cijfer invoert. De Caps Lock kan worden geactiveerd ten gunste van het ingedrukt houden van de Shift-toets. Een voorbeeld van het typen van een Romeins cijfer op een toetsenbord is het ingedrukt houden van de Shift-toets terwijl u de kleine letter m typt om het Romeinse cijfer M te produceren.
Romeinse cijfers zijn gebaseerd op zeven symbolen: I V X L C D en M. Elk van deze symbolen komt overeen met een specifieke numerieke waarde. I V X L C D en M vertegenwoordigen respectievelijk de getallen één vijf 10 50 100 500 en 1000. De combinatie van deze sleutelsymbolen vormt de basis voor de formulering van alle andere waarden in het numerieke systeem.
De waarde van gecombineerde symbolen wordt afgeleid door optelling. III is bijvoorbeeld drie enen, wat gelijk is aan drie en XIII is een 10 en drie enen, wat gelijk is aan 13. Er is geen representatie voor nul in het Romeinse cijfersysteem. 208 is bijvoorbeeld CCVIII en gebruikt de symbolen voor twee honderdtallen, vijf en drie eenheden.
Symbolen worden van links naar rechts geplaatst in volgorde van waarde, beginnend met de grootste. Om te voorkomen dat vier tekens achter elkaar worden herhaald, kunnen deze in enkele specifieke gevallen echter worden verminderd met behulp van subtractieve notatie.